Het enige boek van D.H. Lawrence dat in 1913 werd uitgebracht, is Zonen en minnaars. Het is een semi-autobiografische roman die vertelt het verhaal van Paul Morel, een jongeman die worstelt om zijn eigen identiteit te vinden in de schaduw van zijn dominante moeder.
Het verhaal speelt zich af in de Engelse stad Eastwood, waar Lawrence zelf ook opgroeide. Paul is de oudste zoon van William Morel, een mijnwerker, en Gertrude Coppard, een ambitieuze vrouw die haar zoons wil laten opklimmen in de sociale hiërarchie. Paul is een gevoelig en intelligent kind, maar hij heeft moeite om zich aan te passen aan de harde realiteit van het arbeidersleven.
In de loop van de roman wordt Paul verliefd op twee vrouwen: Miriam Leivers, een plattelandsmeisje dat zijn artistieke gevoelens deelt, en Clara Dawes, een getrouwde vrouw met een tragisch verleden. Paul kan echter geen van beide vrouwen volledig binden, omdat hij altijd de liefde van zijn moeder blijft zoeken.
Zonen en minnaars is een complex en meeslepend verhaal over liefde, verlies en identiteit. Het is een van de meest invloedrijke romans van de 20e eeuw en wordt nog steeds veel gelezen en bediscussieerd.
