De Eed van Hippocrates wordt afgelegd door artsen tijdens hun afstuderen aan de medische faculteit. De eed is een symbolische belofte om zich aan de ethische normen van de medische professie te houden. De eed bevat bepalingen over de plichten van de arts tegenover de patiënt, de medische professie en de samenleving.
In Nederland wordt de Eed van Hippocrates afgelegd tijdens de plechtige opening van het studiejaar door alle eerstejaars geneeskundestudenten. De eed wordt voorgelezen door een hoogleraar of een andere vertegenwoordiger van de medische faculteit. De studenten staan tijdens het voorlezen van de eed op en leggen hun hand op de Bijbel of een ander heilig boek.
De Eed van Hippocrates is niet verplicht in alle landen. In sommige landen wordt een andere eed afgelegd, of wordt de eed niet afgelegd.
De volgende zijn de belangrijkste eisen van de Eed van Hippocrates:
- De arts zal de patiënt behandelen naar beste kunnen en vermogen.
- De arts zal de patiënt niet schaden.
- De arts zal de geheimhouding van de patiënt bewaren.
- De arts zal zijn kennis en vaardigheden niet gebruiken voor kwaadaardige doeleinden.
- De arts zal zijn leerlingen goed opleiden.
De Eed van Hippocrates is een belangrijk document dat de medische professie al eeuwenlang inspireert. De eed is een reminder voor artsen dat zij een verantwoordelijkheid hebben om hun patiënten goed te behandelen en om de ethische normen van de medische professie te handhaven.