De officiële speeltijd van een voetbalwedstrijd voor volwassenen is 90 minuten, verdeeld in twee helften van elk 45 minuten. De tussenliggende pauze van 15 minuten maakt geen deel uit van de speeltijd.
In de praktijk duurt een voetbalwedstrijd echter vaak langer dan 90 minuten. Dit komt doordat de scheidsrechter blessuretijd kan toekennen aan het einde van elke helft. De blessuretijd is de tijd die verloren is gegaan door blessures, tijdrekken en andere onvoorziene omstandigheden. De blessuretijd wordt bepaald door de scheidsrechter en kan variëren van enkele minuten tot wel 15 minuten.
In sommige gevallen kan een voetbalwedstrijd ook langer duren dan 90 minuten plus blessuretijd. Dit komt bijvoorbeeld voor als er een verlenging nodig is om een winnaar aan te wijzen. Een verlenging bestaat uit twee helften van elk 15 minuten. Als er na de verlenging nog steeds geen winnaar is, wordt er een strafschoppenserie gehouden.
In het kort kan dus gesteld worden dat een voetbalwedstrijd officieel 90 minuten duurt, maar in de praktijk vaak langer.