bijnaam van de champions league
De Europacup I (de originele naam luidt 'Coupe des Clubs Champions Européens', en staat nog altijd op de beker) was het belangrijkste Europese clubtoernooi waaraan elk seizoen de landskampioenen van alle bij de UEFA aangesloten landen deelnamen. Alleen in de beginjaren waren er enkele uitzonderingen, waaronder het Nederlandse PSV dat in het seizoen 1955/56 deelnam in plaats van de Nederlandse kampioen Willem II. De te winnen beker, die nog steeds wordt uitgereikt aan de winnaar van de Champions League, wordt ook wel de "cup met de grote oren" genoemd. Die "grote oren" zijn afgeleid van de Grieks/Romeinse amfora, waarvan de oren als draaghouvast dienden.
In het toernooi vaardigde elk land één team uit, met daaraan eventueel toegevoegd de winnaar van het seizoen ervoor. De teams speelden een competitie volgens het knock-outsysteem, waarbij per ronde twee wedstrijden werden gespeeld: één thuis- en één uitwedstrijd. De finale, in mei op een vooraf bepaalde neutrale locatie, bestond echter uit slechts één wedstrijd. In 1991 werd die formule gewijzigd. Er waren eerst twee normale knock-outronden waarna er van de beste acht ploegen twee poules werden opgemaakt die een hele competitie speelden. De winnaars van beide poules speelden de finale. In 1992 werd het toernooi voortgezet als de UEFA Champions League.
Het toernooi werd voor het eerst georganiseerd in het seizoen 1955/56, Real Madrid werd de winnaar van de eerste vijf edities en met de zesde zege in 1966 is deze club recordhouder. Nederlandse clubs wonnen het toernooi in totaal 6 keer: Feyenoord in 1970, AFC Ajax in 1971, 1972, 1973 en 1995, en PSV in 1988. In 1963 bereikte Feyenoord als eerste Nederlandse club de halve finale, in 1969 was Ajax de eerste Nederlandse club die de finale bereikte. De beste prestatie van een Belgische club was de verloren finale van Club Brugge in 1978. Tegenstander was Liverpool FC dat met 1–0 won op Wembley.
De Champions League ging in 1992 van start als voortzetting van de Europacup I. In dat jaar werd de groepsfase geïntroduceerd. Later zijn er nog meer wijzigingen aangebracht, waarvan de belangrijkste in 1997: vanaf toen werd afgeweken van het concept dat alleen landskampioenen en titelverdedigers mochten meedoen.