Bij blaasontsteking bespreekt de huisarts deze 3 mogelijkheden:
- Afwachten: bij de helft van de vrouwen gaat blaasontsteking binnen 1 week vanzelf over. Als u weinig of kort klachten heeft, kunt u 1 week afwachten. Zo nodig kunt u een paar dagen een pijnstiller slikken. Bijvoorbeeld paracetamol: 3 tot 4 keer per dag 2 pillen van 500 mg tegelijk.
- Antibiotica slikken: door antibiotica zijn uw klachten sneller over. Ook is de kans iets kleiner dat u nierbekkenontsteking krijgt. Antibiotica kunnen bijwerkingen geven, bijvoorbeeld vaginale schimmelinfectie, misselijkheid of braken. Ook kunnen bacteriën ongevoelig worden voor antibiotica.
- Een 'uitgesteld recept' voor antibiotica: de huisarts geeft u alvast een recept voor antibiotica mee. Maar u gaat de antibiotica niet meteen slikken. U kijkt eerst een paar dagen of de blaasontsteking vanzelf overgaat.
Blijven de klachten of worden ze erger? Dan haalt u de antibiotica bij de apotheek en gaat u de antibiotica slikken.
Voorbeelden van antibiotica zijn:
- nitrofurantoïne: slik 2 keer per dag 1 pil van 100 mg. (Of 4 keer per dag 1 pil van 50 mg). Slik dit 5 tot 7 dagen.
- fosfomycine: slik 1 keer 1 zakje voor het slapen. Zorg dat u eerst plast en 2 uur van tevoren niet eet.
Let op: neem fosfomycine niet als u borstvoeding geeft. - trimethoprim: slik 1 keer per dag 1 pil van 300 mg, voordat u gaat slapen. Slik dit 3 tot 7 dagen.
Blijf de pillen slikken tot ze op zijn. Ook als u geen klachten meer heeft. Anders kunnen bacteriën in de blaas blijven en krijgt u weer blaasontsteking.
Soms heeft u bij blaasontsteking meer kans op ontsteking van het nierbekken. Dan krijgt u altijd antibiotica.
Bijvoorbeeld als u blaasontsteking heeft en
- u bent zwanger
- u heeft minder weerstand: door diabetes of medicijnen die de afweer verminderen
- u heeft een blaasziekte of nierziekte
- u heeft al een keer nierbekkenontsteking gehad