Uitgavenpost | 2018 | 2020 |
---|
Voeding en niet-alcoholische dranken | 14,0% | 15,9% |
---|
Alcoholische dranken en tabak | 2,0% | 2,2% |
---|
Kleding en schoenen | 4,6% | 3,4% |
---|
Woning, water, elektriciteit, gas en andere brandstoffen | 30,3% | 31,8% |
---|
Meubelen, huishoudtoestellen en onderhoudsproducten | 5,3% | 6,7% |
---|
Transport | 11,4% | 9,7% |
---|
Cultuur en vrije tijd | 7,2% | 6,3% |
---|
Restaurant en horeca | 6,6% | 4,4% |
---|
Andere uitgavenposten | 18,6% | 19,6% |
---|
Ook op andere vlakken zijn er grote verschuivingen in bestedingspatroon tijdens coronajaar 2020 in vergelijking met eerdere jaren. Naast de stijging aan de uitgaven voor voeding en drank, stegen ook de uitgaven aan “Woning, water, elektriciteit, gas en andere brandstoffen” (een stijging van 1,5 procentpunt) en voor “Meubelen, huishoudtoestellen en onderhoudsproducten” (een stijging van 1,4 procentpunt).
Daarnaast valt er logischerwijs een daling te zien in de uitgaven aan “Restaurant en horeca”. Terwijl een huishouden in 2018 nog gemiddeld 2.350 euro achterliet in restaurants en horeca, was dat in 2020 nog maar 1.560 euro, een daling met één derde. Ook de uitgaven aan “Kleding en schoenen” en “Transport” daalden in 2020 naar respectievelijk 1.201 euro en 3.420 euro, een daling van bijna 28% en 16% ten opzichte van de 1.659 euro en 4.065 euro die hier in 2018 aan werden besteed. Ook bij “Cultuur en vrije tijd” is er een daling in de uitgaven zichtbaar van 14% (2.210 euro in 2020 ten opzichte van 2.580 euro in 2018).