De titel van het eerste Nederlandse automerk hangt af van de definitie van "auto".
Als we het hebben over een auto met een benzinemotor:
- Spyker (aanvankelijk Spijker) is de meest geciteerde kandidaat. De smedenfamilie Spijker startte in 1880 een rijtuigenfabriek in Hilversum. In 1898 produceerden ze hun eerste auto met een Benz-motor. In 1900 volgde hun eerste auto met een eigen motor.
- Eysink is een andere belangrijke naam. In 1899 produceerde de Amersfoortse Rijwiel-, Automobiel- en Machinefabriek Eysink hun eerste auto, ook met een Benz-motor. Later creëerden ze hun eigen motoren.
Als we het hebben over een auto in bredere zin:
- Spyker behoudt de titel. In 1897 produceerden ze de "Spijker-Trompenburg", een stoomwagen.
- Stoomwagenfabrikant Lentz was in 1896 de eerste Nederlandse fabrikant die een stoomwagen op de markt bracht.
Welke definitie je ook hanteert, de eerste Nederlandse auto's werden geproduceerd rond de eeuwwisseling van de 19e naar de 20e eeuw.
Naast Spyker en Eysink waren er in die tijd nog andere Nederlandse automerken, zoals:
- De Amsterdamse Spyker-fabriek (geen directe relatie met de familie Spijker)
- De Arnhemsche Rijtuigfabriek
- De firma Akkermans
De Nederlandse automobielindustrie beleefde in de jaren 20 en 30 een bloeiperiode, maar na de Tweede Wereldoorlog ging het bergafwaarts. DAF was het enige merk dat overbleef en produceerde tot 1993 personenauto's.
Momenteel zijn er weer enkele Nederlandse automerken, zoals Donkervoort en Spyker Cars (een herstart van het originele Spyker-merk).
Bronnen:
