Een gedicht over het herdersleven heette van oorsprong een bucolicum (meervoud: bucolica). De term is afgeleid van het Griekse woord "βουκόλος" (boukolos), wat "herder" betekent.
IDYLLE
Bucolica zijn gedichten die het eenvoudige, idyllische leven van herders op het platteland beschrijven. Ze idealiseren vaak het herdersleven en benadrukken de schoonheid van de natuur, de rust en vrede van het platteland, en de onbevangenheid van de herders.
De bekendste bucolica zijn de Eclogae van de Romeinse dichter Vergilius. Deze gedichten, geschreven in de 1e eeuw v.Chr., waren zeer invloedrijk op latere pastorale poëzie.
In de Nederlandse literatuur zijn er ook veel voorbeelden van bucolica. Bekende 17e-eeuwse voorbeelden zijn:
- "Het Landleven" van Constantijn Huygens
- "De Maeghden-plicht" van Joost van den Vondel
- "Granida" van P.C. Hooft
In de 18e eeuw werd de bucolica minder populair, maar in de 19e eeuw beleefde het genre een herwaardering. Bekende 19e-eeuwse Nederlandse bucolica zijn:
- "Lentelied" van Guido Gezelle
- "De herdersknaap" van Jacques Perk
- "Avond" van Willem Kloos
Bucolica worden vandaag de dag nog steeds geschreven, hoewel ze niet meer zo populair zijn als vroeger.
Andere termen die soms worden gebruikt voor gedichten over het herdersleven zijn:
- Herdersdicht
- Pastorale
- Idylle
Let op: De term "bucolicum" kan ook worden gebruikt om te verwijzen naar een muzikaal werk dat het herdersleven beschrijft.
Ik hoop dat dit antwoord je vraag beantwoordt!