Karel de Grote leefde in het tijdperk van de vroege middeleeuwen, ook wel de Karolingische periode genoemd. Deze periode duurde van ongeveer 750 tot 1000 na Christus. Karel de Grote werd geboren in 742 en stierf in 814. Hij was koning van de Franken van 768 tot 814 en keizer van het Heilige Roomse Rijk van 800 tot 814.
De vroege middeleeuwen waren een tijd van grote veranderingen in Europa. Het West-Romeinse Rijk was ineengevallen en er was een periode van chaos en onrust aan de gang. Karel de Grote was een van de machtigste heersers van deze tijd. Hij wist het Frankische Rijk uit te breiden tot een groot rijk dat zich uitstrekte van de Atlantische Oceaan tot aan de Elbe.
Karel de Grote was ook een belangrijk hervormer. Hij voerde een aantal belangrijke hervormingen door op het gebied van het onderwijs, de wetgeving en de administratie. Hij stimuleerde de ontwikkeling van de cultuur en de kunst. Karel de Grote wordt daarom wel gezien als de "vader van Europa".
De vroege middeleeuwen waren een belangrijke periode in de geschiedenis van Europa. Karel de Grote was een van de belangrijkste figuren uit deze periode. Hij had een grote invloed op de ontwikkeling van Europa.