De Nederlandse coureur Maus Gatsonides (1911-1998) heeft de flitspaal uitgevonden. Hij was een succesvol rallycoureur en won in 1953 de Rally van Monte Carlo. Na zijn racecarrière ging hij zich bezighouden met uitvindingen.
In 1956 was Gatsonides bezig met een nieuw type raceauto. Hij wilde de snelheid van de auto's kunnen meten, maar de bestaande methoden waren niet nauwkeurig genoeg. Gatsonides kwam op het idee om een flitspaal te gebruiken.
De flitspaal van Gatsonides werkte als volgt. Een fotocamera werd opgesteld bij de finish van een raceparcours. De auto's passeerden de finish met een flitsend licht. De fotocamera maakte een foto van de auto en het flitsend licht. De snelheid van de auto kon vervolgens worden berekend aan de hand van de tijd tussen de flitsen.
Gatsonides' flitspaal was een revolutionaire uitvinding. Het was de eerste keer dat snelheidscontrole op deze manier kon worden uitgevoerd. De flitspaal werd al snel in gebruik genomen door de politie en andere autoriteiten.
Gatsonides' uitvinding heeft een belangrijke bijdrage geleverd aan de verkeersveiligheid. Flitspalen helpen om snelheidsovertredingen te voorkomen en daarmee het aantal ongelukken te verminderen.
In 2023 is de flitspaal nog steeds een belangrijk middel om de verkeersveiligheid te bevorderen. In Nederland staan er ongeveer 10.000 flitspalen. Ze worden gebruikt om snelheidsovertredingen te controleren, maar ook om andere verkeersregels te handhaven, zoals het gebruik van de mobiele telefoon achter het stuur.