De bijnaam Brijbekken wordt tegenwoordig niet meer als een scheldnaam gebruikt, maar wordt door Zwollenaren zelf ook gebruikt als geuzennaam.
Naast Brijbekken worden Zwollenaren ook wel Blauwvingers en Straoters genoemd. Blauwvingers omdat ze in de Middeleeuwen meineed zouden hebben gepleegd ten opzichte van de Hertog van Gelre. Als straf moesten ze een boete betalen in de vorm van zilver. Het zilver werd in hun handen gesmolten, waardoor hun vingers blauw zouden zijn geworden. Straoters omdat ze in de 17e eeuw een belangrijke rol speelden in de textielindustrie en veel wol over de stad heen strooiden.