hoekse en kabeljauwse twisten verdrag ,De Hoekse en Kabeljauwse twisten waren een periode van politieke en militaire onrust in het graafschap Holland en Zeeland van 1345 tot 1492. De twisten waren het gevolg van een conflict tussen twee partijen, de Hoeken en de Kabeljauwen, over de macht in deze graafschappen.
De Hoeken waren de aanhangers van Margaretha van Beieren, de weduwe van graaf Willem IV van Holland. De Kabeljauwen waren de aanhangers van Willem V van Holland, de zoon van Willem IV.
De twisten begonnen in 1345, toen Willem IV tijdens de Slag bij Stavoren werd gedood. Margaretha van Beieren, die toen nog zwanger was van Willem V, werd landsvrouw van Holland en Zeeland.
De Kabeljauwen, die de steun hadden van de stedelijke adel, waren voorstander van een sterke centrale macht. De Hoeken, die de steun hadden van de plattelandsadel, waren voorstander van meer autonomie voor de steden en de gewesten.
De twisten waren een periode van geweld en chaos. Er werden talloze gevechten uitgevochten, waarbij veel mensen omkwamen. De twisten hadden ook een negatieve impact op de economie van Holland en Zeeland.
De twisten eindigden in 1492 met de Vrede van Delft. De Vrede van Delft was een compromis tussen de Hoeken en de Kabeljauwen. Willem van Oranje werd graaf van Holland en Zeeland.
Verdrag
Er zijn twee belangrijke verdragen die verband houden met de Hoekse en Kabeljauwse twisten:
- Kabeljauwse verbondsakte (1350): Dit verbond werd ondertekend door de Kabeljauwen, de aanhangers van Willem V van Holland. Het verbond beloofde dat de Kabeljauwen elkaar zouden steunen in de strijd tegen de Hoeken.
- Hoekse verbondsakte (1350): Dit verbond werd ondertekend door de Hoeken, de aanhangers van Margaretha van Beieren. Het verbond beloofde dat de Hoeken elkaar zouden steunen in de strijd tegen de Kabeljauwen.
Deze verdragen waren de officiële start van de Hoekse en Kabeljauwse twisten.
hoekse en kabeljauwse twisten verdrag ,Het verdrag dat een einde maakte aan de Hoekse en Kabeljauwse twisten in de Nederlanden is het Verdrag van Borssele uit 1492. Deze twisten waren een reeks van conflicten en vetes tussen twee facties van de adel in het graafschap Holland en Zeeland gedurende de 14e en 15e eeuw.
In dit verdrag schonk Maximiliaan van Oostenrijk, de vader van Filips de Schone, de heerlijkheden van Westvoorne, Oostvoorne, en Borssele alsook het Markizaat van Veere en Vlissingen aan Anna van Borssele, de weduwe van Filips van Borssele, op voorwaarde dat haar erfgenaam (haar zoon Wolfert) Filips van Bourgondië als erfgenaam zou aanduiden.
In bredere zin kan gesteld worden dat er niet één specifiek verdrag is dat een definitief einde maakte aan de Hoekse en Kabeljauwse twisten. Door de jaren heen zijn er verschillende verdragen en overeenkomsten gesloten in pogingen de strijdende facties te verzoenen. Het conflict flakkerde echter meerdere keren weer op tot in de 16e eeuw. Het Verdrag van Borssele is een voorbeeld van een poging om een einde te maken aan deze twisten, maar de echte oplossing kwam pas met de consolidatie van de centrale macht onder de Bourgondiërs en later de Habsburgers, en de langzame overgang naar een meer gecentraliseerde staatsvorm.