Tijdens de communistische jaren heette Sint-Petersburg in Rusland "Leningrad". Deze naamswijziging vond plaats in 1924, na de dood van de communistische revolutionair Vladimir Lenin. De nieuwe naam was bedoeld als eerbetoon aan Lenin en zijn revolutionaire idealen.
Gedurende de communistische periode was Leningrad een belangrijke industriële en culturele stad van de Sovjet-Unie. Het was de op één na grootste stad van het land en de thuisbasis van veel van de belangrijkste culturele instellingen, zoals de Hermitage, een van de grootste kunstmusea ter wereld. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd Leningrad belegerd door nazi-troepen en leed de stad enorme verliezen en vernietiging. Na de oorlog werd de stad herbouwd en bleef het een belangrijk centrum van cultuur, wetenschap en industrie. Na de val van de Sovjet-Unie in 1991 werd de stad weer hernoemd tot Sint-Petersburg, zoals het oorspronkelijk werd genoemd voordat de naamswijziging plaatsvond.