Vroeger werd op een schrijfmachine een doorslag gemaakt met behulp van carbonpapier. Dit was een dunne laag papier met aan de ene kant inkt en aan de andere kant was een laagje koolstof. Als je dit carbonpapier tussen twee vellen papier legde en er dan overheen typte met een schrijfmachine, werd de inkt van het carbonpapier overgebracht op het papier eronder, waardoor er een doorslag ontstond. Dit was een veelgebruikte methode om een kopie van een getypte brief of document te maken voordat kopieermachines algemeen beschikbaar waren.